Hij gaat op weg
Op weg naar het schip
Het schip waar hij als klein kind al zo dikwijls
Langsgelopen is
Een tas in zijn hand
Geen foto van haar
Een verre tocht en heel hard werken
Dat heeft hij voor de boeg
refr.:
Hij houdt van haar
Met hart en ziel
Dus wil hij haar vergeten
En met haar de pijn
Hij houdt van haar
Van varen ook
Van varen naar een wereld van
Volwassen zijn
Ze zei: "Gedag
Het ga je goed
Ik zal je heus missen, wil je me schrijven
Hoe het daarginds met je gaat"
Hij zei van wel
Maar wist van niet
Tijd om te schrijven, tijd om te denken
Daar ontbreekt het vast aan
refr.
Hj staat aan dek
De kustlijn vervaagt
Zijn droom, te gaan varen, gaat in vervulling
Hij heeft geen andere keus
refr.